Toyota Corolla Cross Bedrijfs- en Servicehandleidingen

Toyota Corolla Cross: Soorten camera's en sensoren die worden gebruikt voor Advanced Park

Toyota Corolla Cross (XG10) 2022-2025 Instructieboekje / Rijden / Gebruik van de ondersteunende systemen / Soorten camera's en sensoren die worden gebruikt voor Advanced Park

Camera's en sensoren worden gebruikt om geparkeerde auto's te signaleren waardoor het identificeren van parkeervakken gemakkelijker wordt.

Camera voor

Gebruik van de ondersteunende systemen

Camera's opzij

Gebruik van de ondersteunende systemen

Camera achter

Gebruik van de ondersteunende systemen

Camerabeelden

Omdat er speciale camera's worden gebruikt, wijken de kleuren in de weergegeven afbeeldingen mogelijk af van de werkelijke kleuren.

Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik

Raadpleeg voor meer informatie over het onderstaande "Panoramic view monitor (auto's met Advanced Park)" of "Parking Assist-systeem" in de handleiding voor het multimediasysteem.

  • Bereik dat kan worden weergegeven op de schermen
  • Camera's
  • Verschillen tussen de weergegeven beelden en de werkelijkeweg
  • Verschillen tussen de weergegeven beelden en de werkelijke objecten

Detectiebereik van de camera's en sensoren

  • Als er een auto geparkeerd staat achter het beoogde parkeervak en de afstand tussen deze auto en uwauto te groot wordt, kan deze auto mogelijk niet meer worden gesignaleerd.

    Afhankelijk van de vorm en de staat van een geparkeerde auto, wordt het detectiebereik mogelijk te kort of kan de autowellicht niet worden gesignaleerd.

  • Andere objecten dan geparkeerde auto's, zoals een pilaar of muur, worden mogelijk niet gesignaleerd. En als ze welworden gesignaleerd, wordt het beoogde parkeervak mogelijk niet goed ingesteld.

Situaties waarin witte parkeervaklijnen mogelijk niet goed worden herkend

  • In de volgende situaties worden parkeervaklijnen op het wegdek mogelijk niet gesignaleerd:
    • Als er voor het parkeervak geen witte lijnen zijn gebruikt (parkeervak is begrensd met touwen, blokken, enz.)
    • Als de parkeervaklijnen vervaagd of vuil zijn, waardoor ze slecht zichtbaar zijn
    • Als het wegdek een lichte kleur heeft, zoals bij beton, en het contrast met de witte parkeervaklijnen klein is
    • Als de parkeervaklijnen een andere kleur hebben dan geel of wit
    • Als de omgeving van het parkeervak donker is, bijvoorbeeld 's nachts of in een (ondergrondse) parkeergarage
    • Als het regent of geregend heeft waardoor het wegdek nat is en reflecteert of als er plassen op het wegdek staan
    • Als er zonlicht direct op een camera valt, zoals bij laagstaande zon
    • Als het parkeervak bedekt is met sneeuw of strooizout
    • Als er sporen van reparaties of andere sporen zichtbaar zijn op het wegdek of als er een verkeerszuil of ander object aanwezig is op het wegdek
    • Als de kleur of de helderheid van het wegdek niet overal gelijk is
    • Als er warm of koud water op de camera terecht is gekomen en de lens is beslagen
    • Als het uiterlijk van het parkeervak wordt beïnvloed door de schaduw van een voertuig of bomen
    • Als een cameralens vuil is of bedekt is met waterdruppels
  • In de volgende situaties wordt het beoogde parkeervak mogelijk niet goed herkend:
    • Als er sporen van reparaties of andere sporen zichtbaar zijn op het wegdek of als er een parkeerblok, verkeerszuil of ander object aanwezig is op het wegdek
    • Als het regent of geregend heeft waardoor het wegdek nat is en reflecteert of als er plassen op het wegdek staan
    • Als het gebied rond de auto donker is of bij tegenlicht
    • Als de kleur of de helderheid van het wegdek niet overal gelijk is
    • Als het parkeervak zich op een helling bevindt
    • Als er zich diagonale lijnen (toegangspad) in de buurt van het parkeervak bevinden
    • Als het uiterlijk van het parkeervak wordt beïnvloed door de schaduw van een geparkeerde auto (bijvoorbeeld de schaduw van de grille of de dorpel)
    • Als er accessoires zijn gemonteerd die het zicht van de camera belemmeren
    • Als de parkeervaklijnen vervaagd of vuil zijn, waardoor ze slecht zichtbaar zijn
    • Als het uiterlijk van het parkeervak wordt beïnvloed door de schaduw van een voertuig of bomen

WAARSCHUWING!

Voorzorgsmaatregelen voor de camera's en sensoren

  • Vanwege de kenmerken van de cameralens wijken de op het scherm weergegeven positie en afstand van mensen of objecten mogelijk af van de werkelijke situatie. Raadpleeg voor meer informatie "Panoramic view monitor (auto's met Advanced Park)" of "Parking Assist-systeem" in de handleiding voor het multimediasysteem.
  • Neem de voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor in acht, omdat anders een sensor mogelijk niet goed werkt, hetgeen kan leiden tot een ongeval.
  • In de volgende situaties werken de sensoren mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot een ongeval.

    Rijd voorzichtig verder.

    • Als er zich een geparkeerde auto naast het beoogde parkeervak bevindt en het weergegeven beoogde parkeervak zich ver van het werkelijke beoogde parkeervak bevindt, is een sensor mogelijk verkeerd uitgelijnd. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
    • Plaats geen accessoires binnen het detectiegebied van de sensoren.

In- en uitschakelen van Advanced Park

Druk op de hoofdschakelaar van Advanced Park.

Als de schakelaar wordt ingedrukt terwijl de begeleiding is gestart, wordt de begeleiding uitgeschakeld.

Gebruik van de ondersteunende systemen

Werkingsvoorwaarden van Advanced Park

De begeleiding zal starten als aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  • Het rempedaal is ingetrapt
  • De auto staat stil
  • De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt
  • Het stuurwiel wordt niet bediend
  • Het gaspedaal wordt niet ingetrapt
  • Alle portieren zijn gesloten
  • De buitenspiegels zijn niet ingeklapt
  • De parkeerrem is niet geactiveerd
  • De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik is niet ingeschakeld
  • Het ABS, de VSC, de TRC, het PCS en de PKSB werken niet
  • De auto bevindt zich niet op een steile helling
  • De VSC en TRC zijn niet uitgeschakeld

Controleer de op het scherm van het audiosysteem weergegeven melding als de begeleiding niet kan worden gestart.

    ALS NACHSTES LESEN:

     Begeleidingsschermen Advanced Park

    Begeleidingsschermen worden weergegeven op het scherm van het audiosysteem. Begeleidingsscherm (bij starten begeleiding) Vak beoogd parkeervak (blauw) Adviesweergave Toets wijzigen parkeertype

     Functie wegrijden uit haaks parkeervak (vooruit/achteruit) Advanced Park

    Beschrijving functie Als bij het wegrijden uit een haaks parkeervak het systeem oordeelt dat verlaten van het parkeervak mogelijk is, kan de functie wegrijden uit haaks parkeervak (vooruit/ achteruit)

     Functie fileparkeren Advanced Park

    Beschrijving functie De functie fileparkeren kan worden gebruikt als het beoogde parkeervak kan worden gesignaleerd wanneer de auto dicht bij en in lijn met het midden van het parkeervak tot stilstand

    MEHR ANZEIGEN:

     Parkeerrem

    De parkeerrem kan automatisch of handmatig worden geactiveerd en gedeactiveerd. In de automatische modus kan de parkeerrem automatisch worden geactiveerd of gedeactiveerd overeenkomstig de bediening van de selectiehendel. Zelfs in de automatische modus kan de parkeerrem handmatig worden geactiveer

     Als de elektronische sleutel niet goed werkt

    Als de communicatie tussen de elektronische sleutel en de auto is verbroken of de elektronische sleutel niet kan worden gebruikt omdat de batterij leeg is, werken het Smart entry-systeem met startknop en de afstandsbediening niet. In dergelijke gevallen kunnen de portieren en de achterklep worden ge

    © 2022-2025 Copyright nl.tcorollacross.com