Uw auto is voorzien van een reservewiel.
De lekke band kan worden vervangen door het reservewiel.
WAARSCHUWING!
Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band. Zelfs als er over een korte afstand met een lekke band wordt doorgereden, kunnen band en velg zodanig beschadigd worden dat reparatie niet meer mogelijk is en kan er een ongeval ontstaan.
Voor het opkrikken van de auto
Plaats van reservewiel, krik en gereedschap
WAARSCHUWING!
Gebruik van de krik
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Onjuist gebruik van de krik kan ertoe leiden dat de auto van de krik valt, wat tot dodelijk of ernstig letsel kan leiden.
Verwijderen van de krik
1.Verwijder de afdekmat.
2.Haal de krik eruit.
Verwijderen van het reservewiel
1.Verwijder de afdekmat.
2.Verwijder de gereedschapshouder.
3.Draai de bevestiging van het reservewiel los.
WAARSCHUWING!
Bij het opbergen van het reservewiel
Zorg ervoor dat er geen vingers of andere lichaamsdelen tussen het reservewiel en de carrosserie bekneld raken.
Vervangen van een wiel met een lekke band
1.Plaats wielblokken.
2.Auto's met wieldoppen: Verwijder de wieldop met een sleutel.
Steek de sleutel in de uitsparing A en verwijder de wieldop. Plaats, om de wieldop te beschermen, een doek tussen de sleutel en de wieldop.
3.Draai de wielmoeren iets los (één slag).
4.Draai het krikgedeelte A met de hand aan totdat de uitsparing in de kop van de krik in contact komt met het kriksteunpunt.
5.Monteer het verlengstuk van de krikslinger.
6.Draai de krik vervolgens verder omhoog totdat het wiel vrij van de grond is.
7.Verwijder alle wielmoeren en het wiel.
Leg het wiel met de buitenzijde omhoog op de grond, om krassen op de velg te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Vervangen van wiel met een lekke band
Vervangen van een lekke band bij auto's met een elektrisch bedienbare achterklep (indien aanwezig)
Schakel het systeem van de elektrisch bedienbare achterklep uit wanneer u een band gaat vervangen.
Als u dit niet doet, kan de achterklep onbedoeld in werking treden als de schakelaar elektrisch bedienbare achterklep per ongeluk wordt aangeraakt, waardoor lichaamsdelen bekneld kunnen raken en letsel kan optreden.
Plaatsen van het reservewiel
1.Verwijder eventueel aanwezige verontreinigingen van het contactvlak van de velg.
Als er verontreinigingen op het contactvlak aanwezig zijn, kunnen tijdens het rijden de wielmoeren los lopen, waardoor het wiel los kan raken.
2.Plaats het wiel en draai elke wielmoer met de hand ongeveer in dezelfde mate vast.
Draai bij het vervangen van een wiel met een stalen velg (inclusief een compact reservewiel) de wielmoeren verder tot het tapse gedeelte A aanligt tegen de velg B.
Draai bij het vervangen van een wiel met een lichtmetalen velg door een wiel met een stalen velg (inclusief een compact reservewiel) de wielmoeren verder tot het tapse gedeelte A aanligt tegen de velg B.
3.Laat de auto zakken.
4.Draai iedere moer twee of drie keer aan in de volgorde die in de afbeelding is aangeven.
Aanhaalmoment: 103 N(10,5 kgm, 76 ft
5.Berg het wiel met de lekke band, de krik en het gereedschap op.
Het compacte reservewiel
Bij gebruik van het compacte reservewiel
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden.
Na het vervangen van het wiel
De procedure voor het instellen van de bandenspanning moet worden uitgevoerd voor het bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Bij gebruik van het compacte reservewiel
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor en -zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wordt aangegeven door het bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Verder zal, als u het reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje voor een lage bandenspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden.
Als uw auto een lekke voorband krijgt op eenweg die bedekt is met sneeuw of ijs
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte reservewiel.
Voer onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de voorwielen:
1.Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reservewiel.
2.Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achterzijde afkomstig is.
3.Monteer sneeuwkettingen op de voorwielen.
Monteren wieldop (indien aanwezig)
Breng de uitsparing in de wieldop in lijn met het ventieldopje zoals aangegeven in de afbeelding.
WAARSCHUWING!
Bij gebruik van het compacte reservewiel
Bij gebruik van het compacte reservewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordtweergegeven en dat de volgende systemen niet goed werken:
Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel onder de auto is gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hoge snelheden. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een ongeval en dodelijk of ernstig letsel.
Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer goed zijn opgeborgen en bevestigd. Dit omte voorkomen dat een van deze voorwerpen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
OPMERKING
Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het compacte reservewiel onder de auto gemonteerd is
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden.Wees voorzichtig bij het rijden over slechtewegen.
Rijden met sneeuwkettingen en het compacte reservewiel
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel. De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedrag in negatieve zin beïnvloeden.
Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of bandenspanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige, omdat de bandenspanningssensoren en -zenders beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof,werken de bandenspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer bandenreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang bij het vervangen van de band de bandenspanningssensor en -zender.