Toyota Corolla Cross: Noodoproep
	
						
			eCall*1, 2
*1Indien aanwezig
*2Werkt binnen het eCall-dekkingsgebied.
De systeemnaam kan per land verschillend zijn.
eCall is een telematicadienst die
gebruikmaakt van gegevens van het Global
Navigation Satellite System (GNSS) en
ingebouwde cellulaire technologie,
waardoor de volgende noodoproepen
mogelijk zijn: automatische noodoproepen
(automatische melding van een aanrijding)
en handmatige noodoproepen (door het
indrukken van de toets SOS). Deze dienst is
door regelgeving van de Europese Unie
verplicht gesteld.
Systeemonderdelen

	- Microfoon
 
	- Toets SOS*
 
	- Controlelampjes
 
*Deze toets is bestemd voor
communicatie met de eCall-medewerker.
Andere SOS-toetsen van overige
systemen van een auto hebben geen
betrekking op het apparaat en zijn niet
bestemd voor communicatie met de
eCall-medewerker.
Noodoproepdiensten
Automatische noodoproepen
Als een airbag wordt geactiveerd, belt het
systeem automatisch het eCall-controlecentrum.*
De medewerker van
het controlecentrum ontvangt de locatie
van auto, het tijdstip waarop het ongeval
plaatsvond en het VIN van de auto en
probeert de inzittenden van de auto te
spreken om de ernst van de situatie te
beoordelen. Als de inzittenden niet in
staat zijn om te communiceren, behandelt
de medewerker de oproep als een
noodgeval, neemt hij of zij contact op met
de dichtstbijzijnde hulpdiensten (112,
enz.) en verzoekt hij of zij om assistentie
ter plaatse.
*In sommige gevallen kan er geen oproep
worden verzonden.
Handmatige noodoproepen
Druk in een noodsituatie op de toets SOS
om het eCall-controlecentrum te bellen.*
De medewerker van het controlecentrum
zal de locatie van uw auto bepalen, de
situatie beoordelen en de benodigde
hulpdiensten sturen.
Open de afdekking voordat u op de toets
SOS drukt.

Als u per ongeluk op de toets SOS hebt
gedrukt, zeg dan tegen de medewerker
dat er geen sprake is van een noodgeval.
*In sommige gevallen kan er geen oproep
worden verzonden.
Controlelampjes
Wanneer het contact AAN wordt gezet,
gaat het rode controlelampje gedurende
10 seconden branden. Vervolgens gaat
het groene controlelampje gedurende
2 seconden branden, omvervolgens te
blijven branden om aan te geven dat het
systeem naar behoren werkt. De
controlelampjes geven het volgende aan:
	- Als het groene controlelampje gaat
	branden en blijft branden, is het
	systeem ingeschakeld.
 
	- Als het groene controlelampje
	knippert, wordt er een automatische
	of handmatige noodoproep gedaan.
 
	- Als er geen controlelampjes branden,
	is het systeem niet ingeschakeld.
 
	- Als het rode controlelampje brandt op
	een ander moment dan direct na het
	AAN zetten van het contact, is er mogelijk een storing in het systeem
	aanwezig of is de back-upbatterij
	mogelijk leeg.
 
	- Als het rode controlelampje
	gedurende ongeveer 30 seconden
	knippert tijdens een noodoproep, is
	de verbinding verbroken of is het
	signaal van het mobiele netwerk te
	zwak.
 
Vrije software en opensourcesoftware
Dit product bevat vrije software/
opensourcesoftware (FOSS).
Licentie-informatie en/of de broncode
van FOSS is beschikbaar op de volgende
URL:
http://www.opensourceautomotive.com/
dcm/19MC/
WAARSCHUWING!
Wanneer er geen noodoproep kan
worden geplaatst
	- In de volgende situaties kunnen
	mogelijk geen noodoproepen
	worden gedaan. Neem in dergelijke
	gevallen op een andere wijze contact
	op met hulpdiensten (112, enz.).
		- Zelfs als de auto zich in het
		dekkingsgebied van het
		mobiele-telefoonnetwerk bevindt,
		kan het moeilijk zijn om contact te
		leggen met het eCall-controlecentrum
		als de ontvangst
		slecht is of de lijn bezet is. In
		dergelijke gevallen krijgt u
		mogelijk geen contact met het
		eCall-controlecentrum en kunt u
		dus geen noodoproepen doen en
		kunnen hulpdiensten niet worden
		ingeschakeld, ook al probeert het
		systeem verbinding te maken met
		het eCall-controlecentrum.
 
		- Wanneer de auto zich buiten het
		dekkingsgebied van het
		mobiele-telefoonnetwerk bevindt,
		kunnen er geen noodoproepen
		worden verzonden.
 
		- Wanneer er een storing aanwezig is
		in de bijbehorende apparatuur
		(zoals het paneel van de toets SOS,
		de controlelampjes, microfoon,
		luidspreker, DCM, antenne of op de
		apparatuur aangesloten bedrading)
		of deze beschadigd of kapot is, kan
		er geen noodoproep worden
		geplaatst.
 
		- Tijdens een noodoproep doet het
		systeem herhaaldelijk een poging
		om contact op te nemen met het
		eCall-controlecentrum. Als er
		echter als gevolg van een slechte
		ontvangst geen contact kan worden
		gelegd met het eCall-controlecentrum,
		kan het systeem
		mogelijk geen contact maken met
		het mobiele netwerk en wordt de
		noodoproep beëindigd zonder dat
		er verbinding is gemaakt. Het rode
		controlelampje knippert gedurende
		ongeveer 30 seconden om aan te
		geven dat de verbinding is
		verbroken.
 
	
	 
	- Als de spanning van de 12V-accu
	afneemt of als de accu is losgenomen,
	kan het systeem mogelijk geen
	verbinding maken met het
	eCall-controlecentrum.
 
Als het noodoproepsysteemwordt
vervangen door een nieuw exemplaar
Het noodoproepsysteem moet worden
geregistreerd. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Voor uwveiligheid
	- Rijd voorzichtig. De functie van dit
	systeem is om u te helpen bij het
	plaatsen van een noodoproep bij
	ongevallen, zoals een verkeersongeval
	of een plotseling medisch noodgeval.
	Het systeem biedt de bestuurder en
	de passagiers op geen enkele wijze bescherming. Rijd voorzichtig en doe
	voor uw veiligheid altijd uw
	veiligheidsgordel om.
 
	- Geef bij noodgevallen uw leven en de
	levens van anderen topprioriteit.
 
	- Wanneer u een branderige lucht of
	anderszins een vreemde lucht ruikt,
	verlaat dan de auto en zoek
	onmiddellijk een veilige plek op.
 
	- Als de airbags worden geactiveerd
	terwijl het systeem normaal werkt,
	verzendt het systeem een
	noodoproep. Het systeem verzendt
	ook een noodoproep als de auto van
	achteren wordt aangereden of als de
	auto over de kop slaat, zelfs als de
	airbags niet worden geactiveerd.
 
	- Verstuur omveiligheidsredenen geen
	noodoproep tijdens het rijden.
	Wanneer u tijdens het rijden belt, kan
	het zijn dat u het stuurwiel niet goed
	kunt bedienen, waardoor er een
	ongeval kan ontstaan. Breng de auto
	tot stilstand en controleer of de
	omgeving veilig is alvorens een
	noodoproep te plaatsen.
 
	- Vervang zekeringen altijd door de
	voorgeschreven zekeringen. Als u
	andere zekeringen gebruikt, kan er
	kortsluiting in het circuit optreden en
	kan er brand ontstaan.
 
	- Wanneer u het systeem gebruikt
	terwijl er rook is of sprake is van een
	ongewone geur, kan er brand
	ontstaan. Stop onmiddellijk met het
	gebruik van het systeem en neem
	contact op met een erkende
	Toyota-dealer of hersteller/reparateur
	of een andere naar behoren
	gekwalificeerde en uitgeruste
	deskundige.
 
OPMERKING
Voorkomen van schade
Voorkom dat er vloeistof op het paneel
van de toets SOS, enz. komt en sla er
niet tegenaan.
In geval van een storing in het paneel
van de toets SOS, de luidspreker of de
microfoon tijdens een noodoproep of
een handmatige onderhoudscontrole
Het is wellicht niet mogelijk om
noodoproepen te doen, de
systeemstatus te bevestigen of te
communiceren met de medewerker van
het eCall-controlecentrum. Als de
apparatuur beschadigd is, neem dan
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Overzicht systeem van toegevoegde diensten
Gegevensverwerkingsschema

	- Server
 
	- Opslag
 
	- Verwerking
 
	- DCM
 
	- De klant activeert de dienst op het
	Toyota-klantenportaal en gaat
	akkoord met de voorwaarden van de
	dienst conform de AVG.
 
	- De server activeert de dienst in de
	DCM en bepaalt welke
	voertuiggegevens worden verzameld.
 
	- De desbetreffende voertuiggegevens
	worden verzameld door de DCM.
 
	- De gegevens worden gedeeld met de
	server.
 
	- De gegevens worden opgeslagen op
	de server.
 
	- De gegevens worden verwerkt op de
	server om de dienst te kunnen
	leveren.
 
	- De verwerkte gegevens worden aan
	de klant gepresenteerd.
	Ga naar het Toyota-klantenportaal
	voor de lijst van beschikbare diensten.
 
Uitvoeren van de regelgeving



Klantenservice die verantwoordelijk is voor het behandelen van verzoeken 
om inzage


ALS NACHSTES LESEN:
	
   Uw auto is een hybridevoertuig. De eigenschappen van uw auto zijn anders dan 
die van
conventionele auto's. Zorg ervoor dat u de eigenschappen van uw auto goed leert 
kennen
en gebruik de functies voo
   
   
 
	
   Wees voorzichtig met het hybridesysteem, aangezien dit een 
hoogspanningssysteem
(max. ongeveer 600 V) is en onderdelen bevat die extreem heet worden als het
hybridesysteem in werking is. Volg de aanw
   
   
 
   MEHR ANZEIGEN:
	
   Bij de autoworden de volgende sleutels
geleverd.
	Elektronische sleutels
		Bedienen van het Smart
		entry-systeem met startknop
		Gebruik van de
		afstandsbedieningsfunctie
	
	
	Mechanische sleutels
	Plaatje met sleutelnummer
Aan boord van een vliegtuig
Zorg ervoor dat u aan boord van een
vlieg
   
   
 
	
   De bandenspanningssensoren en
-zenders zijn voorzien van een unieke
identificatiecode. Als er nieuwe
bandenspanningssensoren en -zenders
gemonteerdworden, moeten de ID-codes
van deze componenten worden
geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-
ECU.
	De identificatiecodes kunt u zelf