Met de hendel kunnen de ruitenwissers en de ruitensproeiers worden bediend.
OPMERKING
Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voorruit droog is omdat hierdoor de voorruit beschadigd kan worden.
Bedienen van de ruitenwisserhendel
Door de hendel
te bedienen
werken de ruitenwissers en -sproeiers als
volgt.
Ruitenwissers met intervalstand
De ruitenwissers maken automatisch een aantal wisbewegingen nadat de sproeier in werking treedt.
Ruitenwissers met regensensor
In de stand AUTO werken de ruitenwissers automatisch wanneer de sensor signaleert dat het regent.
De wissnelheid wordt automatisch afgestemd op de hoeveelheid neerslag en de rijsnelheid.
In de stand AUTO kan de gevoeligheid van de sensor als volgt worden ingesteld door de schakelaarring te draaien.
De ruitenwissers maken automatisch een aantal wisbewegingen nadat de sproeier in werking treedt.
De ruitenwissers en ruitensproeiers kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
Effecten van de rijsnelheid op de ruitenwisserwerking (auto's met ruitenwissers met regensensor)
De rijsnelheid heeft invloed op de intervalwerking.
Wisslag om druppelvorming te voorkomen
Na enkele slagen volgt een pauze en maken de wissers nog een slag om de laatste druppels te verwijderen. Deze functie werkt echter niet tijdens het rijden.
Regensensor (auto's met ruitenwissers met regensensor)
Dezewerkt mogelijk niet goed als zonlicht van de opkomende of ondergaande zon af en toe op de voorruit valt of als er insecten o.i.d. op de voorruit zitten.
Als er geen vloeistof uit de ruitensproeiers komt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwezig is en controleer als dat het geval is of de sproeierkoppen niet verstopt zijn.
Functie aan het openen van het voorportier gekoppeld onderbreken van de ruitenwissers voor (auto's met ruitenwissers met regensensor)
Als, terwijl de auto stilstaat en de selectiehendel in stand P staat, een voorportier wordt geopend wanneer de AUTO-modus is geselecteerd en de ruitenwissers voor werken, wordt de werking van de ruitenwissers voor onderbroken om te voorkomen dat iemand in de buurt van de auto natgespetterdwordt. Als het voorportier wordt gesloten, wordt de werking van de ruitenwissers hervat.
Gebruik van het spraakcommandosysteem (indien aanwezig)
Alleen als de auto stilstaat, kunnen de volgende handelingen worden uitgevoerd met behulp van het spraakcommandosysteem:
Raadpleeg voor meer informatie de handleiding voor het multimediasysteem.
WAARSCHUWING!
Waarschuwing met betrekking tot het gebruik van de ruitenwissers in de stand AUTO (auto's met ruitenwissers met regensensor)
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht in werking treden als de sensor wordt aangeraakt of als de voorruit aan trillingen wordt blootgesteld terwijl de ruitenwissers in de stand AUTO staan. Let erop dat er niets bekneld raakt als de ruitenwissers in werking treden.
Waarschuwing met betrekking tot het gebruik van ruitensproeiervloeistof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeiervloeistof pas wanneer de voorruit warm is. De vloeistof kan anders op de voorruit bevriezen en zo het zicht belemmeren.
Dit kan leiden tot een ongeval met dodelijk of ernstig letsel tot gevolg.
OPMERKING
Als er geen ruitensproeiervloeistof uit de sproeierkoppen komt
Als u de hendel gedurende langere tijd naar u toe getrokken houdt, kan de sproeierpomp beschadigd raken.
Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dit geval contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Probeer deze niet schoon te maken met een naald of iets dergelijks.
Hierdoor kan de sproeierkop beschadigd raken.