Toyota Corolla Cross: Werkingsvoorwaarden voor elke functie van het Pre-Crash Safety-systeem
	
						
			Het Pre-Crash Safety-systeem wordt ingeschakeld en het systeem oordeelt dat 
de kans
op een frontale aanrijding met een obstakel groot is.
In de volgende situaties werkt het systeem echter niet:
	- Als gedurende een bepaalde tijd niet met de auto is gereden terwijl een 
	accupool is
	losgenomen en weer is aangesloten
 
	- Als de selectiehendel in stand R staat
 
	- Als het controlelampje VSC OFF brandt (alleen de 
	Pre-Crash-waarschuwingsfunctie
	werkt)
 
De snelheden waarbij elke functie werkt en de voorwaarden voor uitschakeling 
van elke
functie zijn:


Wanneer de Pre-Crash-waarschuwing in werking is en het stuurwiel stevig of 
plotseling
wordt verdraaid, wordt de functie mogelijk uitgeschakeld.


Als zich een van de volgende situaties voordoet terwijl het Pre-Crash 
Brake-systeem in
werking is, wordt dit systeem uitgeschakeld:
	
		- Het gaspedaal wordt diep ingetrapt
 
		- Het stuurwiel wordt met veel kracht of plotseling bediend
 
	
	- Emergency Steering Assist
 
De Emergency Steering Assist werkt niet als de richtingaanwijzers zijn 
ingeschakel

*Minimale rijsnelheid: rijsnelheid waarbij uitwijken moeilijk is in 
combinatie met Pre-Crash
Brake Control
Als de Emergency Steering Assist geactiveerd is, kan de werking worden 
onderbroken
door een van de volgende handelingen:
	
		- Het gaspedaal wordt diep ingetrapt
 
		- Het stuurwiel wordt met veel kracht of plotseling bediend
 
		- Het rempedaal is ingetrapt
 
	
	- Botspreventie op kruisingen (links of rechts afslaan)
 
De botspreventie op kruisingen (bij afslaan naar links of rechts) werkt 
alleen als de
richtingaanwijzers zijn ingeschakeld.

	- Botspreventie op kruisingen (kruisende voertuigen)
 

	- Acceleratiebeperking bij lage snelheid
 
De acceleratiebeperking bij lage snelheid werkt niet als de 
richtingaanwijzers zijn
ingeschakeld.

Als de acceleratiebeperking bij lage
snelheid geactiveerd is, kan de werking
worden onderbroken door een van de
volgende handelingen:
	-  Het gaspedaal is losgelaten.
 
	-  Het stuurwiel wordt met veel kracht of
	plotseling bediend
 
Detectie van signaleerbare objecten
Het signaleren van objecten is
afhankelijk van hun grootte, vorm en
beweging. Afhankelijk van de
hoeveelheid omgevingslicht en van de
beweging, de stand en de richting van
een signaleerbaar object wordt het
object mogelijk niet gesignaleerd en
werkt het systeem mogelijk niet goed.
Het systeem detecteert de volgende
vormen als signaleerbare objecten.

Omstandigheden waaronder het
systeem mogelijk werkt, zelfs als er
weinig kans op een aanrijding is
	- Onder bepaalde omstandigheden,
	zoals de volgende, kan het systeem
	bepalen dat de kans op een aanrijding
	groot is en zal het in werking treden:
		- Wanneer een signaleerbaar object
		wordt gepasseerd
 
		- Bij het veranderen van rijstrook om
		een signaleerbaar object in te halen
 
		- Bij het plotseling opdoemen van
		een signaleerbaar object
 
		- Bij het naderen van signaleerbare
		objecten in de berm, zoals vangrails,
		telefoonpalen, bomen of muren
 
		- Als er een signaleerbaar object of
		ander object langs de weg staat aan
		het begin van een bocht
 
	
	 

	
		- Als er (geverfde) patronen vóór uw
		auto aanwezig zijn die ten onrechte
		aangezien kunnen worden voor een
		signaleerbaar object
 
		- Bij het passeren van een
		signaleerbaar object dat van rijstrook
		wisselt of links of rechts afslaat
 
	

	
		- Bij het passeren van een
		signaleerbaar object dat stilstaat
		om links of rechts af te slaan
 
	

	
		- Als een signaleerbaar object stopt
		net voordat het zich in de rijrichting
		van uw auto bevindt
 
		- Wanneer wordt gereden op plaatsen
		met een constructie boven deweg
		(verkeersbord, reclamebord, enz.)
 
	

	
		- Bij het naderen van een slagboom
		van een elektronische tolpoort,
		slagboom bij een parkeerterrein of
		andere afscheiding die open- en
		dichtgaat
 
		- Als bij het afslaan naar links of rechts
		een tegenligger of voetganger de
		auto van voren nadert
 
		- Bij het afslaan naar links of rechts
		voor een tegenligger of voetganger
		langs
 
		- Wanneer u links/rechts afslaat en
		een tegemoetkomend voertuig of
		tegemoetkomende voetganger
		stopt direct voordat hij/zij binnen
		de koers van de auto komt
 
		- Als bij het afslaan naar links of
		rechts een tegenligger ook links of
		rechts afslaat voor uw auto
 
	

	
		- Als het stuurwiel wordt bewogen in
		de richting van de baan van een
		tegenligger
 
	
Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goedwerkt
	- Onder bepaalde omstandigheden,
	zoals de volgende, kan een
	signaleerbaar object mogelijk niet
	worden gedetecteerd door de voorste
	sensoren, waardoor het systeem
	mogelijk niet goed werkt:
		- Wanneer een signaleerbaar object
		uw auto nadert
 
		- Wanneer uw auto of een
		signaleerbaar object een
		slingerende beweging maakt
 
		- Als een signaleerbaar object een
		abrupte beweging maakt (zoals een
		uitwijkmanoeuvre, plotseling
		versnellen of afremmen)
 
		- Bij het plotseling opdoemen van
		een signaleerbaar object
 
		- Wanneer een signaleerbaar object
		zich vlak bij bijvoorbeeld een muur,
		hek, vangrail, putdeksel, stalen
		rijplaat of een andere auto bevindt
 
		- Als het signaleerbare object zich onder een bepaalde constructie
		bevindt
 
		- Als het signaleerbare object deels
		verborgen is achter een ander
		voorwerp (grote koffer, paraplu,
		vangrail, enz.)
 
		- Als meerdere signaleerbare
		objecten elkaar overlappen
 
		- Als een helder licht, zoals van de
		zon, wordt gereflecteerd door het
		signaleerbare object
 
		- Wanneer een signaleerbaar object
		wit is en er extreem licht uitziet
 
		- Als het signaleerbare object
		vanwege de kleur of helderheid niet
		goed opvalt
 
		- Wanneer een signaleerbaar object
		uw auto afsnijdt of plotseling
		opduikt voor uw auto
 
		- Bij het naderen van een auto onder
		een hoek
 
		- Als de voorligger een kinderfiets,
		een fiets met bepakking, een fiets
		met iemand achterop of een fiets
		met een bijzondere vorm (fiets met
		een kinderzitje, tandem, enz.) is
 
		- Als de voetganger of fietser kleiner
		is dan ongeveer 1mof langer dan
		ongeveer 2m
 
		- Als het silhouet van een voetganger
		of fietser onduidelijk is
		(bijvoorbeeld door het dragen van
		een regenjas of lange rok)
 
		- Als een voetganger of fietser
		vooroverbuigt of gehurkt zit
 
		- Als een voetganger of fietser een
		hoge snelheid heeft
 
		- Als een voetganger een
		wandelwagentje, rolstoel, fiets of
		ander voertuig voortduwt
 
		- Als een signaleerbaar object niet
		goed opvalt, zoals tijdens de
		schemering, of 's nachts of in een
		tunnel
 
		- Als de auto een poosje heeft
		stilgestaan nadat het
		hybridesysteem is gestart
 
		- Tijdens of enkele seconden na het
		afslaan naar links of rechts
 
		- Tijdens of enkele seconden na het
		rijden in een bocht
 
		- Wanneer u links/rechts afslaat en
		een tegemoetkomend voertuig op
		een rijstrook die 3 of meer rijstroken
		van de auto verwijderd is
 
		- Wanneer u links/rechts afslaat en
		de koers van de auto sterk afwijkt
		van de richting van het
		tegemoetkomende verkeer
 
	
	 

	
		- Wanneer u links/rechts afslaat en
		een voetganger nadert die in
		dezelfde richting als de auto liep en
		rechtdoor blijft lopen
 
	

	- PIn aanvulling op het voorgaande
	werkt de Emergency Steering Assist in
	sommige situaties, zoals de
	onderstaande, mogelijk niet:
		- Als een signaleerbaar object zich te
		dicht bij de auto bevindt
 
		- Als er onvoldoende ruimte is voor
		een uitwijkmanoeuvre of als er een
		obstakel is in de uitwijkrichting
 
		- Bij tegemoetkomend verkeer
 
	
	 
Wijzigen van de instelling van het
Pre-Crash Safety-systeem

	- De instellingen van het Pre-Crash
	Safety-systeem kunnen worden
	gewijzigd via de persoonlijke
	voorkeursinstellingen.
 
	- Als de timing van de Pre-Crash-waarschuwing
	wordt gewijzigd, wordt
	dienovereenkomstig ook de timing
	van de Emergency Steering Assist
	(uitgezonderd de actieve besturing)
	gewijzigd.Wanneer "Later"wordt
	geselecteerd, werkt de Emergency
	Steering Assist (uitgezonderd de
	actieve besturing) in de meeste
	gevallen niet.
 
	- Wanneer het Dynamic Radar Cruise
	Control-systeem is ingeschakeld, zal
	de Pre-Crash-waarschuwing qua
	timing werken als bij de instelling
	"Earlier" (eerder), ongeacht de
	instelling van de gebruiker.
 
ALS NACHSTES LESEN:
	
   LTA-functies
	Deze functie werkt op wegen met
	duidelijke belijning als het Dynamic
	Radar Cruise Control-systeem is
	ingeschakeld. Met behulp van de
	camera voor en de radarsensor
	worden de rijstro
   
   
 
	
   Basisfuncties
Het LDA-systeem waarschuwt de
bestuurder wanneer de auto de huidige
rijstrook of de rijbaan* dreigt te verlaten.
Het systeem kan ook het stuurwiel
enigszins bedienen om te helpen
voorko
   
   
 
	
   Het RSA-systeem herkent bepaalde
verkeersborden door gebruik te maken
van de camera voor en/of het
navigatiesysteem (als er informatie over
de snelheidslimiet beschikbaar is) en
waarschuwt de bestuurd
   
   
 
   MEHR ANZEIGEN:
	
   Het systeem wordt automatisch
uitgeschakeld in een van de volgende
situaties.
	De rijsnelheid daalt tot ongeveer
	0 km/h
	Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens
	de werking
	Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
WAARSCHUWING!
Het ABS werkt niet effectief als
	De maximale grip van de banden
	overs
   
   
 
	
   Wissel de banden zoals aangegeven in de
afbeelding.
	Voor
2WD-uitvoeringen: Toyota beveelt aan
om de banden ongeveer elke 10.000 km
van plaats te wisselen om een gelijkmatig
slijtagepatroon en een langere
levensduur van de banden te verkrijgen.
AWD-uitvoeringen: Toyota beveelt aan
om de banden