Toyota Corolla Cross: Alarm*
	
						
			*Indien aanwezig
Met licht en geluid worden alarmsignalen
gegeven wanneer er een inbraakpoging
wordt gedetecteerd.Wanneer het
alarmsysteem is ingeschakeld, wordt het
alarm onder de volgende
omstandigheden geactiveerd:
	- Als een vergrendeld portier of de
	vergrendelde achterklep wordt
	ontgrendeld of geopend zonder gebruik
	te maken van de instapfunctie (indien
	aanwezig) of de afstandsbediening. (De
	portieren zullen automatisch opnieuw
	worden vergrendeld.)
 
	- De motorkap is geopend.
 
	- De inbraaksensor signaleert een
	beweging in de auto. (Voorbeeld: een
	indringer breekt een ruit en dringt de
	auto binnen.)
 
Inschakelen/uitschakelen/uitzetten van
het alarmsysteem
Zaken die gecontroleerdmoeten worden
alvorens de auto te vergrendelen
Controleer onderstaande zaken om
ongewild activeren van het alarm en
diefstal te voorkomen:
	- Er is niemand in de auto.
 
	- De ruiten zijn gesloten voordat het
	alarm wordt ingeschakeld.
 
	- Er zijn geen waardevolle spullen of
	persoonlijke zaken in de auto
	achtergebleven.
 
Instelling
Sluit de portieren, de achterklep en de
motorkap en vergrendel alle portieren
met de instapfunctie (indien aanwezig) of
de afstandsbediening. Na 30 seconden
wordt het systeem automatisch
ingeschakeld. Het systeem is
ingeschakeld zodra het controlelampje
niet meer constant brandt maar knippert.

Deactiveren of uitschakelen
Voer een van de onderstaande
handelingen uit om het alarm te
deactiveren of uit te schakelen:
	- Ontgrendel de portieren of open de
	achterklep met de instapfunctie
	(indien aanwezig) of de
	afstandsbediening.
 
	- Schakel het hybridesysteem in. (Het
	alarm wordt na enkele seconden
	gedeactiveerd of uitgeschakeld.)
 
Inschakelen van het alarm
Het alarm kan worden ingeschakeld als
alle portieren zijn gesloten, zelfs
wanneer de motorkap open is.
Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een
onderhoudsvrij alarmsysteem.
Activeren van het alarm
Het alarm wordt in de volgende gevallen
mogelijk geactiveerd: (Door het alarm te
stoppen wordt het alarmsysteem
uitgeschakeld.)
	- De portieren worden ontgrendeld met
	de mechanische sleutel.
 

	- Iemand in de auto opent een portier,
	de achterklep of de motorkap of
	ontgrendelt de auto.
 

	- De 12V-accu wordt opgeladen of
	vervangen terwijl de auto is
	vergrendeld.
 
2ZR-FXE motor

M20A-FXS motor

Door alarmsysteem bediende
portiervergrendeling
In de volgende gevallen worden,
afhankelijk van de situatie, de portieren
automatisch vergrendeld om potentiële
indringers buiten de auto te houden:
	- Wanneer een in de auto achtergebleven
	persoon het portier ontgrendelt en het
	alarm wordt geactiveerd.
 
	- Terwijl het alarm is geactiveerd,
	ontgrendelt een in de auto
	achtergebleven persoon het portier.
 
	- Bij het opladen of vervangen van de
	12V-accu
 
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet.
Na veranderen of verwijderen kan de
juistewerking van het systeem niet
worden gegarandeerd.
De inbraaksensor
Signalering inbraaksensor
De inbraaksensor signaleert indringers of
een beweging in de auto.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te
voorkomen, maar een optimale
beveiliging tegen elke vorm van inbraak
kan niet worden gegarandeerd.
Inschakelen van de inbraaksensor
Als het alarm wordt ingeschakeld, wordt
de inbraaksensor automatisch
ingeschakeld.
Uitschakelen van de inbraaksensor
Als u huisdieren of bewegende
voorwerpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor
uitschakelt voordat u het alarm instelt,
omdat deze sensor reageert op
bewegingen binnen in de auto.
1.Zet het contact UIT.
2.Druk op de uitschakeltoets van de
inbraaksensor.
Druk opnieuw op de toets om de
inbraaksensor weer in te schakelen.
Er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay in het
instrumentenpaneel.

Uitschakelen en automatisch opnieuw
inschakelen van de inbraaksensor
	- Het alarm kan zelfs worden
	ingeschakeld wanneer de
	inbraaksensor is uitgeschakeld.
 
	- Nadat de inbraaksensor uitgeschakeld
	is, wordt deze opnieuw ingeschakeld
	door de portieren te ontgrendelen
	met de instapfunctie (indien
	aanwezig) of de afstandsbediening.
 
	- De inbraaksensor wordt automatisch
	opnieuw ingeschakeld wanneer het
	alarmsysteem is uitgeschakeld.
 
Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende
gevallen mogelijk het alarm:
	- Er bevinden zich nog personen of
	huisdieren in de auto.
 


	- Kleine insecten, zoals motvlinders of
	vliegen, in de auto.
 
	- Er bevinden zich onstabiele
	voorwerpen, zoals loshangende
	accessoires of kleding aan
	kledinghaakjes, in de auto.
 

	- De auto is geparkeerd op een plek
	waar extreme trillingen of geluiden
	optreden, zoals in een parkeergarage.
 

	- Erwordt ijs of sneeuw van de auto
	verwijderd, waardoor de auto
	herhaaldelijk wordt blootgesteld aan
	schokken of trillingen.
 

	- De auto staat in een wasstraat of een
	hogedruk-wasinstallatie.
 
	- De auto is blootgesteld aan schokken
	die het gevolg zijn van hagel, onweer
	of andere van buitenaf komende
	herhaalde schokken of trillingen.
 
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
OPMERKING
Om de inbraaksensor goed te laten
functioneren
	- Raak de sensoren niet aan en bedek ze
	ook niet, omdat hierdoor de werking
	van de sensoren in negatieve zin
	beïnvloed kan worden.
 

	- Spuit geen luchtverfrisser of andere
	producten rechtstreeks in de
	openingen van de sensoren.
 

	- Als u andere accessoires installeert
	dan originele Toyota-onderdelen of
	wanneer u voorwerpen achterlaat
	tussen de bestuurdersstoel en de
	stoel van de voorpassagier,werkt de
	inbraaksensor mogelijk minder goed.
 
ALS NACHSTES LESEN:
	
   De waarschuwingslampjes en controlelampjes op het instrumentenpaneel en de
buitenspiegels informeren de bestuurder over de status van de diverse systemen 
van de auto.
Waarschuwingslampjes en controle
   
   
 
	
   
Weergave instrumentenpaneel
Plaats van meters en tellers
Display met 2 meters
	Hybridesysteemindicator/
	toerenteller
	Hybridesysteemindicator: Geeft het
	vermogen of het regeneratieniveau
	va
   
   
 
   MEHR ANZEIGEN:
	
   Uw auto is een hybridevoertuig. De eigenschappen van uw auto zijn anders dan 
die van
conventionele auto's. Zorg ervoor dat u de eigenschappen van uw auto goed leert 
kennen
en gebruik de functies voorzichtig.
Bij het hybridesysteem werken een benzinemotor en een elektromotor 
(tractiemotor)
samen,
   
   
 
	
   Vervang de batterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
Mogelijk raakt de sleutel beschadigd als
de onderstaande procedure niet goed
wordt uitgevoerd. Het verdient daarom
aanbeveling om de sleutelbatterij te laten
vervangen door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
ee