Omde veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch in werking treden als de omstandigheden daar omvragen. Houd er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en vertrouw niet in al te sterke mate op deze systemen als u de auto bedient.
Overzicht van de ondersteunende systemen
ECB (elektronisch geregeld remsysteem)
Het elektronisch geregelde remsysteem genereert remkracht overeenkomstig de bediening van de remmen.
ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling remmen of remmen op een glad wegdek
Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt als het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkmanoeuvres en het maken van bochten op een glad wegdek.
VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-, TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres op een glad wegdek door de stuurcommando's aan te passen.
TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat de aandrijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of bij het accelereren op gladde wegen
Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de buitenkant van de bocht uitwijkt door remregeling uit te oefenen op de wielen aan de binnenzijde wanneer tijdens het rijden in een bocht wordt geprobeerd te accelereren
Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achteruit rolt bij helling op wegrijden
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor het ronddraaien van het stuurwiel te verminderen.
E-Four (elektronisch on-demand AWD-systeem) (AWD-uitvoeringen)
Regelt automatisch het aandrijfsysteem zoals voorwielaandrijving of AWD (vierwielaandrijving) overeenkomstig verschillende rijomstandigheden, waaronder normaal rijden, het nemen van bochten, op een helling, bij het wegrijden, tijdens accelereren of op door sneeuw of regen gladde wegen en draagt zo bij aan een stabiele bediening en rijstabiliteit.
Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten automatisch knipperen om het achteropkomende verkeer te waarschuwen.
Secondary Collision Brake
Als de airbagsensor een aanrijding signaleert en het systeem in werking is, worden de remmen en remlichten automatisch geregeld om de rijsnelheid te verlagen en te helpen de kans op verdere schade ten gevolge van een tweede aanrijding te verkleinen.
Als het TRC-/VSC-/ABS-systeem in werking is
Het controlelampje Traction Control knippert wanneer het TRC/VSC/ABS-systeem in werking is.