Toyota Corolla Cross: Safe Exit Assist*
* Indien aanwezig
Het Safe Exit Assist-systeem gebruikt
radarsensoren aan de linker en rechter
binnenzijde van de achterbumper om de
inzittenden te informeren over
naderende voertuigen of fietsers om een
botsing te helpen voorkomen bij het
openen van de portieren.
WAARSCHUWING!
Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
Systeemonderdelen

- Multi-informatiedisplay
In- en uitschakelen van het Safe Exit
Assist-systeem.
Als het systeem vaststelt dat er een
grote kans is op een aanrijding bij het
openen van een portier,wordt het
portier waarvan het openen gevaar
kan opleveren weergegeven op het
multi-informatiedisplay. Als het
portier wordt geopend terwijl de
indicator in de buitenspiegel brandt,
klinkt er ter waarschuwing een
zoemer.
- Indicatoren in buitenspiegel
Wanneer er een voertuig of fietser
wordt gesignaleerd die bij openen
tegen het portier zou kunnen botsen,
gaat de indicator in de buitenspiegel
aan die zijde branden. De indicator in
de buitenspiegel gaat knipperen als
het portier aan de desbetreffende
zijde wordt geopend.
- Controlelampje Driving
Assist-informatie
Gaat branden als de Safe Exit Assist
wordt uitgeschakeld. De melding
"Safe Exit Assist OFF" (Safe Exit
Assist uit) wordt dan weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
Zichtbaarheid van de indicatoren in de
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de
buitenspiegels bij fel zonlicht niet goed te
zien.
Zoemer
De zoemer is mogelijk moeilijk te horen
wanneer het volume van het
audiosysteem hoog staat of er veel
omgevingsgeluid is.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
WAARSCHUWING!
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Er zijn Safe Exit Assist-sensoren
geplaatst in respectievelijk de linkeren
rechterzijde van de achterbumper.
Houd u aan het volgende om ervoor te
zorgen dat het Safe Exit Assist-systeem
goed werkt.
- Houd de sensoren en de omgeving
ervan op de achterbumper te allen
tijde schoon.
Als een sensor of de omgeving ervan
op de achterbumper vuil is of bedekt is
met sneeuw,werkt het Safe Exit
Assist-systeem mogelijk niet en wordt
er een waarschuwingsmelding
weergegeven. Veeg in dat geval het
vuil of de sneeuw weg en rijd
gedurende ongeveer 10 minuten met
de auto terwijl aan de bedrijfscondities
voor de SEA-functie wordt voldaan.
Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige wanneer de
waarschuwingsmelding niet verdwijnt.

- Bevestig geen accessoires, (doorzichtige)
stickers, aluminium tape, enz.
op een sensor of het omliggende
gebied op de achterbumper.
- Stel de sensor en de omgeving ervan
op de achterbumper niet bloot aan
krachtige schokken. Als een sensor
ook maar iets wordt verplaatst,
werkt het systeem mogelijk niet
goed meer en worden auto's
mogelijk niet meer correct gesignaleerd. Laat in de volgende
gevallen uw auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
- Een sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan krachtige
schokken.
- Als er krassen op of deuken in de
omgeving van de sensor aanwezig
zijn of als een deel van de sensoren
is losgekomen.
- Neem de sensor niet uit elkaar.
- Breng geen wijzigingen aan de sensor
of de omgeving ervan op de
achterbumper aan.
- Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als een sensor
of de achterbumper moet worden
verwijderd/geplaatst of vervangen.
- Breng geen andere kleur lak dan een
officiële Toyota-kleur aan op de
achterbumper.
In- en uitschakelen van het Safe Exit Assist-systeem
De Safe Exit Assist kan worden ingeschakeld/uitgeschakeld via
van het
multi-informatiedisplay.
Wanneer de Safe Exit Assist wordt uitgeschakeld, gaat het controlelampje Driving
Assist-informatie branden. De melding "Safe Exit Assist OFF" (Safe Exit Assist
uit) wordt
dan weergegeven op het multi-informatiedisplay. De Safe Exit Assist wordt iedere
keer
wanneer het contact AAN wordt gezet ingeschakeld.
Objecten die door de Safe Exit Assist kunnen worden gesignaleerd
Wanneer de Safe Exit Assist de volgende voertuigen of fietsen signaleert met
de
radarsensor aan de achterzijde, worden de inzittenden hierover gewaarschuwd via
een
indicator in de buitenspiegel, een zoemer en het multi-informatiedisplay.

- Voertuigen en fietsen waarvan is
vastgesteld dat de kans groot is dat
ze tegen een openslaand portier
zouden botsen
Detectiegebieden van het Safe Exit Assist-systeem
Hieronder staan de gebieden aangegeven waarin voertuigen kunnen worden
gesignaleerd.

- Ongeveer 45machter het
voorportier*
*Naarmate de snelheid waarmee de auto of fiets nadert hoger is, zal de
indicator in de
spiegel eerder gaan branden of knipperen.
De Safe Exit Assist werkt wanneer
De Safe Exit Assist werkt wanneer aan
alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
- Als het contact AAN staat, er minder
dan 3 minuten zijn verstreken sinds
het hybridesysteem is uitgeschakeld
of er minder dan 3 minuten zijn
verstreken sinds er een portier is
geopend en er iemand is ingestapt
(gedurende deze tijd kan het systeem
nog werken bij het openen en sluiten
van een portier)
- Safe Exit Assist is ingeschakeld
- De auto staat stil.
- De selectiehendel staat in een andere
stand dan R.
De Safe Exit Assist signaleert een
voertuig wanneer
De Safe Exit Assist signaleert in de
volgende situaties een voertuig in het
detectiegebied:
- Wanneer de auto stilstaat en een
voertuig of fiets die parallel aan uw
auto rijdt, het gebied waarbinnen een
portier opengaat nadert
Situaties waarin het systeem geen
auto signaleert
- Safe Exit Assist signaleert de
volgende objecten, voertuigen en
fietsen niet:
- Voertuigen en fietsen die langzaam
naderen
- Voertuigen en fietsen waarvan is
vastgesteld dat de kans klein is dat
ze tegen een openslaand portier
zouden botsen
- Voertuigen en fietsen die recht van
achteren naderen
- Voertuigen en fietsen die van voren
naderen
- Vangrails, muren, verkeersborden,
geparkeerde auto's en andere
stilstaande objecten
- Dieren, enz.
- In de volgende situaties werkt Safe
Exit Assist niet:
- Als er 3 minuten of meer zijn
verstreken sinds de motor uit is
gezet (gedurende deze tijd kan het
systeem nog werken bij het openen
en sluiten van een portier)
- Als de auto niet volledig stilstaat
Omstandigheden waaronder het
systeem mogelijk niet goedwerkt
- Onder de volgende omstandigheden
signaleert de Safe Exit Assist
voertuigen mogelijk niet correct:
- Als de sensor niet goed is uitgelijnd
doordat de sensor of de omgeving
ervan is blootgesteld aan hevige
schokken
- Wanneer de sensor of de omgeving
ervan op de achterbumper is bedekt
door modder, sneeuw of ijs of
wanneer er een sticker op is geplakt
- Als de auto stilstaat op een nat
wegdek, bijvoorbeeld in een plas of
tijdens slecht weer, zoals hevige
regen, sneeuw, mist enz.
- Als een voertuig of fiets nadert van
achter een in de buurt geparkeerd
voertuig
- Als een naderend voertuig of een
naderende fiets plotseling van
richting verandert
- Direct nadat een voertuig of fiets is
gaan rijden
- Als de achterklep open is
- Als een fietsendrager of een ander
accessoire op de achterzijde van de
auto is gemonteerd
- Als er zich een geparkeerd voertuig,
muur, verkeersbord, persoon of
ander stilstaand object achter de
auto bevindt
- Als de auto stilstaat onder een hoek
ten opzichte van de weg
- Als er een voertuig naast het
naderende voertuig of de
naderende fiets rijdt
- Als een naderend voertuig of een
naderende fiets langs een stilstaand
object, zoals een muur of
verkeersbord, rijdt
- Als een voertuig of fiets met hoge
snelheid nadert
- Als de auto een aanhangwagen
trekt
- Als u stilstaat op een steile helling
- Als u stilstaat in een bocht of aan
het einde van een bocht
- Onder de volgende omstandigheden
is de kans dat de Safe Exit Assist
onnodig een voertuig en/of object
signaleert groter:
- Als de sensor niet goed is uitgelijnd
doordat de sensor of de omgeving
ervan is blootgesteld aan hevige
schokken
- Als een voertuig of fiets van achter
uw auto schuin nadert
- Als de auto stilstaat onder een hoek
ten opzichte van de weg
- Als een voertuig of fiets van achter
een geparkeerd voertuig schuin
nadert
- Als er zich een geparkeerd voertuig,
muur, verkeersbord, persoon of
ander stilstaand object achter de
auto bevindt
- Als een naderend voertuig of een
naderende fiets plotseling van
richting verandert
- Als een naderend voertuig of een
naderende fiets langs een stilstaand
object, zoals een muur of
verkeersbord, rijdt
- Als de achterklep open is
- Als een fietsendrager of een ander
accessoire op de achterzijde van de
auto is gemonteerd
- Als een voertuig of fiets met hoge
snelheid nadert
- Als de auto een aanhangwagen
trekt
- Als u stilstaat op een steile helling
- Als u stilstaat in een bocht of aan
het einde van een bocht
ALS NACHSTES LESEN:
De rijmodi kunnen worden geselecteerd
overeenkomstig de rijomstandigheden.
Selecteren van een rijmodus
Telkens wanneer de schakelaar wordt
ingedrukt, wijzigt de rijmodus tussen de
POWER-modus, de
*Indien aanwezig
Het benzineroetfiltersysteem verzamelt
met behulp van een uitlaatgasfilter
roetdeeltjes in de uitlaatgassen. Het
systeem werkt om het filter automatisch
te regenereren, afhankelijk va
Omde veiligheid en de prestaties tijdens
het rijden te verbeteren is uw auto
uitgerust met de volgende systemen die
automatisch in werking treden als de
omstandigheden daar omvragen. Houd
er echter re
MEHR ANZEIGEN:
*Indien aanwezig
Toegang door onbevoegden wordt
voorkomen door het ontgrendelen van de
portieren zowel van buitenaf als van
binnenuit onmogelijk te maken.
Auto's die met dit systeem zijn uitgerust,
zijn voorzien van labels op de ruiten van
de beide voorportieren.
Inschakelen/uitschakelen van de
Procedure voor het verstellen
Handmatig verstelbare stoel
Hendel stoelpositieverstelling
Hendel rugleuningverstelling
Hendel hoogteverstelling (alleen
bestuurderszijde)
Schakelaar lendensteunverstelling
(alleen bestuurderszijde)
Elektrisch verstelbare stoel (alleen
bestuurderszijde)