Procedure voor het verstellen
1.Houd het stuurwiel vast en druk de hendel omlaag.

2.Zet het stuurwiel in de ideale positie door het in horizontale en verticale richting te bewegen.
Trek na de verstelling de hendel omhoog om het stuurwiel te borgen.

WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Verstel het stuurwiel niet tijdens het rijden. Anders kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval veroorzaken, waardoor dodelijk of ernstig letsel kan ontstaan.
Na het afstellen van het stuurwiel
Zorg ervoor dat het stuurwiel goed vergrendeld is. Anders kan het stuurwiel plotseling bewegen, waardoor een ongeval kan ontstaan met ernstig letsel tot gevolg. Ook klinkt de claxon wellicht niet als het stuurwiel niet goed is vergrendeld.
Claxon
Druk op of vlak bij het symbool
om
te claxonneren.

Binnenspiegel
Buitenspiegels
Schoonmaken van de ventilatieopening en het filter van het batterijpakket
(tractiebatterij)
LTA (Lane Tracing Assist)