Beschrijving functie
De functie fileparkeren kan worden gebruikt als het beoogde parkeervak kan worden gesignaleerd wanneer de auto dicht bij en in lijn met het midden van het parkeervak tot stilstand wordt gebracht.
Ook kan, afhankelijk van de conditie van het parkeervak enzovoort, de stand van de transmissie worden gewijzigd door de begeleidingsregeling als de rijrichting van de auto moet worden veranderd.
Parkeren met behulp van de functie fileparkeren
1.Breng de auto tot stilstand op een punt in lijn met en dicht bij het midden van het beoogde parkeervak.
Als het parkeervak is gemarkeerd met lijnen
*Dit is een referentiemeting voor het signaleren van een parkeervak.
Afhankelijk van de omgeving is het signaleren soms niet mogelijk.
Als er andere auto's geparkeerd staan
*Dit is een referentiemeting voor het signaleren van een parkeervak.
Afhankelijk van de omgeving is het signaleren soms niet mogelijk.
2.Druk op de hoofdschakelaar van Advanced Park en controleer of er een mogelijk parkeervak wordt weergegeven op het scherm van het audiosysteem.
Gebruik de functie voor een ander parkeervak overeenkomstig de informatie die wordtweergegeven op het scherm van het audiosysteem.
3.Selecteer de toets "Start".
Er klinkt een zoemer, erwordt een melding met betrekking tot de werking weergegeven op het multi-informatiedisplay en de begeleiding wordt gestart.
Als de begeleiding wordt uitgeschakeld, wordt "Advanced Park Cancel" (Advanced Park uitgeschakeld) weergegeven.
Als u merkt dat de auto een voertuig, object, persoon of greppel in de buurt te dicht nadert.
4.Voer de handelingen uit overeenkomstig de weergegeven adviezen totdat de auto stopt in het beoogde parkeervak.
5.Als de selectiehendel in stand Pwordt gezet nadat de auto tot stilstand is gekomen, wordt "Advanced Park Finished" (Advanced Park beëindigd) weergegeven en wordt de begeleiding beëindigd.
Als u
selecteert op het scherm
van het audiosysteem, zal de op het
voltooiingsscherm van de Parking
Assist weergegeven auto draaien.
Als "No available parking space" (geen parkeervak beschikbaar) wordt weergegeven
Zelfs wanneer de auto parallel aan een parkeervak tot stilstand wordt gebracht, wordt een ernaast geparkeerde auto mogelijk niet gesignaleerd. Als in dat geval de autowordt verplaatst naar een punt waarop een geparkeerde auto kan worden gesignaleerd, kan de begeleiding worden gestart.
OPMERKING
Bij gebruik van de functie fileparkeren
Hierdoor kan de auto buiten het beoogde parkeervak of scheef komen te staan. Gebruik de functie fileparkeren daarom niet voor dit soort parkeerplaatsen.