Toyota Corolla Cross Bedrijfs- en Servicehandleidingen

Toyota Corolla Cross: Geheugenfunctie Advanced Park

Beschrijving functie

De geheugenfunctie kan worden gebruikt om te parkeren in een eerder geregistreerd parkeervak, zelfs als er geen belijning is aangebracht en er geen ernaast geparkeerde auto's zijn.

Er kunnen maximaal 3 parkeervakken worden geregistreerd.

Registreren van een parkeervak

1.Breng de auto tot stilstand op een punt in lijn met en dicht bij het midden van het beoogde parkeervak.

Gebruik van de ondersteunende systemen

  1. Ongeveer 1m

2.Druk op de hoofdschakelaar en selecteer .

Als de hoofdschakelaar van Advanced Park wordt ingedrukt bij een parkeervak zonder lijnen of nabij geparkeerde auto's, wordt mogelijk "No available parking space" (geen parkeervak beschikbaar) weergegeven. Houd ingedrukt.

Gebruik van de ondersteunende systemen

3.Selecteer de functie haaks inparkeren (vooruit/achteruit) of de functie fileparkeren.

Alleen parkeervakken waarvoor assistentie kan worden uitgevoerd worden weergegeven.

Gebruik van de ondersteunende systemen

4.Selecteer de parkeerrichting.

Wanneer haaks inparkeren (vooruit/achteruit) is geselecteerd in stap 3

Gebruik van de ondersteunende systemen

Wanneer fileparkeren is geselecteerd in stap 3

Gebruik van de ondersteunende systemen

5.Pas met behulp van de pijltoetsen de positie van het te registreren parkeervak aan en selecteer vervolgens de toets OK.

Gebruik van de ondersteunende systemen

6.Selecteer de toets "Start".

Er klinkt een zoemer, erwordt een melding met betrekking tot de werking weergegeven op het multi-informatiedisplay en de begeleiding wordt gestart.

Als het rempedaal wordt losgelaten, wordt "Moving Forward..." (rijdt naar voren...) weergegeven en begint de auto vooruit te rijden.

Als u merkt dat de auto een voertuig, object, persoon of greppel in de buurt te dicht nadert.

Gebruik van de ondersteunende systemen

7.Voer de handelingen uit overeenkomstig de weergegeven adviezen totdat de auto stopt in het beoogde parkeervak.

8.Zet de selectiehendel in stand P als de autowordt stilgezet.

9.Controleer de positie waarop de auto tot stilstand is gekomen. Pas indien nodig de positie van het te registreren parkeervak aan met behulp van de pijltoetsen en selecteer vervolgens de toets "Reg.".

"Registration Completed" (registratie voltooid) wordtweergegeven op het scherm van het audiosysteem.

Gebruik van de ondersteunende systemen

  • Registreer het parkeervak alleen als er geen obstakels aanwezig zijn binnen het met de dikke lijnen aangegeven gebied.
  • De mate waarin de positie van het te registreren parkeervak kan worden aangepast, is beperkt.

Bij het parkeren in een met behulp van de geheugenfunctie geregistreerd parkeervak

1.Breng de auto tot stilstand op een punt in lijn met en dicht bij het midden van het beoogde parkeervak.

Gebruik van de ondersteunende systemen

  1. Ongeveer 1m

2.Druk op de hoofdschakelaar van Advanced Park en controleer of er een mogelijk parkeervak wordt weergegeven op het scherm van het audiosysteem.

Als de toetsMODE wordt weergegeven, kan dezeworden gekozen om te wisselen tussen de geheugenfunctie, de functie haaks inparkeren (vooruit/achteruit) en de functie fileparkeren.

Gebruik van de ondersteunende systemen

3.Selecteer het gewenste parkeervak en druk vervolgens op de toets "Start".

Voer de procedure voor de functie haaks inparkeren (vooruit/achteruit) uit vanaf stap 3.

Bij het overschrijven van een geregistreerd parkeervak

Als het maximale aantal parkeervakken is geregistreerd en wordt geselecteerd, kan een geregistreerd parkeervak worden geselecteerd en vervolgens worden overschreven met een nieuw parkeervak.

Gebruik van de ondersteunende systemen

Als er meerdere parkeervakken zijn geregistreerd

Selecteer het gewenste parkeervak en druk vervolgens op de toets "Start".

Gebruik van de ondersteunende systemen

OPMERKING

Bij gebruik van de geheugenfunctie

  • De geheugenfunctie is een functie die u begeleidt bij het parkeren in een eerder geregistreerd parkeervak. Als de toestand van het wegdek, de auto of de omgeving anders is dan bij de registratie, wordt het parkeervak mogelijk niet goed gesignaleerd of wordt u niet begeleid tot het punt waarop het parkeren helemaal is afgerond.
  • Registreer een parkeervak niet in onderstaande situaties, omdat het ingestelde parkeervak dan mogelijk niet kan worden geregistreerd of begeleiding later wellicht niet mogelijk is.
    • Als een cameralens vuil is of bedekt is met waterdruppels
    • Als het regent of sneeuwt
    • Als de omgeving donker is ('s nachts, enz.)
  • In de volgende situaties kan een parkeervak mogelijk niet worden geregistreerd.
    • Als er onvoldoende ruimte aanwezig is tussen de weg en het parkeervak
    • Als het wegdek rond het parkeervak niet zodanig afwijkt dat het systeem het kan herkennen
  • Als een parkeervak is geregistreerd in een van de volgende situaties, wordt de begeleiding later mogelijk niet gestart of is begeleiding naar de geregistreerde positie wellicht niet mogelijk.
    • Als er schaduwen over het parkeervak vallen (er bevindt zich een carport boven het parkeervak, enz.)

Gebruik van de ondersteunende systemen

  • Als er bladeren, afval of andere objecten in het parkeervak liggen die kunnen bewegen
  • Als het wegdek rond het parkeervak eenzelfde zich herhalend patroon heeft (klinkers, enz.)

Gebruik van de ondersteunende systemen

  • In de volgende situaties kan het systeem u mogelijk niet begeleiden naar de geregistreerde parkeerplaats:
    • Als het uiterlijk van het parkeervak wordt beïnvloed door de schaduw van een voertuig of bomen
    • Als er een object wordt gesignaleerd in het geregistreerde parkeervak
    • Wanneer er een voetganger of passerend voertuig wordt gesignaleerd tijdens de begeleiding
    • Als de positie waarin de auto stilstaat bij het starten van de begeleiding afwijkt van de positie tijdens het uitvoeren van de registratie
    • Als het geregistreerde parkeervak niet kan worden bereikt door de aanwezigheid van parkeerblokken, enz.
    • Als op de weg in de buurt van het parkeervak een laag uitsteeksel aanwezig is
    • Als het wegdek rond het parkeervak eenzelfde zich herhalend patroon heeft
    • Als het wegdek rond het parkeervak is gewijzigd (wegdek is verslechterd of vernieuwd)
    • Als de hoeveelheid zonlicht afwijkt van toen de registratie werd uitgevoerd (door de weersomstandigheden of het tijdstip van de dag)
    • Als het parkeervak tijdelijk verlicht wordt (verlichting van een andere auto, beveiligingslicht, enz.)
    • Als een cameralens vuil is of bedekt is met waterdruppels
    • Als er zonlicht direct op een camera valt, zoals bij laagstaande zon
    • Als de kleur of de helderheid van het wegdek niet overal gelijk is
    • Als het parkeervak zich op een helling bevindt
    • Als er warm of koud water op de camera terecht is gekomen en de lens is beslagen
    • Als er accessoires zijn gemonteerd die het zicht van de camera belemmeren

Als de begeleiding wordt beëindigd tijdens de registratie, voer de registratie dan opnieuw uit.

  • Als tijdens het registreren van een parkeervak met behulp van de geheugenfunctie het wegdek niet kan worden gesignaleerd, wordt "Unable to find necessary mark to register as parking space" (kan geen noodzakelijke markering vinden om parkeervak te registreren) weergegeven.
  • Stop bij het gebruik van de geheugenfunctie altijd direct vóór de stoppositie. Anders kan het parkeervak mogelijk niet goed worden gesignaleerd ofwordt u mogelijk niet begeleid tot het punt waarop het parkeren helemaal is afgerond.
  • Gebruik de geheugenfunctie niet als een camera is blootgesteld aan een hevige schok of beelden van de Panoramic View Monitor niet goed zijn uitgelijnd.
  • Omdat als een camera is vervangen de plaatsingshoek van de camera gewijzigd zal zijn, moeten de parkeervakken van de geheugenfunctie opnieuw worden geregistreerd.

    ALS NACHSTES LESEN:

     Uitschakelen/onderbreken Advanced Park

    De begeleiding wordt uitgeschakeld als In de volgende situaties wordt dewerking van Advanced Park uitgeschakeld. Houd het stuurwiel stevig vast en trap het rempedaal in om de auto tot stilstand te br

     Safe Exit Assist*

    * Indien aanwezig Het Safe Exit Assist-systeem gebruikt radarsensoren aan de linker en rechter binnenzijde van de achterbumper om de inzittenden te informeren over naderende voertuigen of fietsers om

     Rijmodusselectieschakelaar

    De rijmodi kunnen worden geselecteerd overeenkomstig de rijomstandigheden. Selecteren van een rijmodus Telkens wanneer de schakelaar wordt ingedrukt, wijzigt de rijmodus tussen de POWER-modus, de

    MEHR ANZEIGEN:

     PCS (Pre-Crash Safety-systeem)

    Het Pre-Crash Safety-systeem gebruikt sensoren om objecten te signaleren binnen de koers van de auto. Wanneer het systeem oordeelt dat de kans op een frontale aanrijding met een signaleerbaar object groot is, wordt een waarschuwing geactiveerd omde bestuurder aan te sporen om uit te wijken en wordt

     Safe Exit Assist*

    * Indien aanwezig Het Safe Exit Assist-systeem gebruikt radarsensoren aan de linker en rechter binnenzijde van de achterbumper om de inzittenden te informeren over naderende voertuigen of fietsers om een botsing te helpen voorkomen bij het openen van de portieren. WAARSCHUWING! Waarschuwingen met be

    © 2022-2025 Copyright nl.tcorollacross.com