Toyota Corolla Cross Bedrijfs- en Servicehandleidingen

Toyota Corolla Cross: Wisselen van banden

Wissel de banden zoals aangegeven in de afbeelding.

Banden

  1. Voor

2WD-uitvoeringen: Toyota beveelt aan om de banden ongeveer elke 10.000 km van plaats te wisselen om een gelijkmatig slijtagepatroon en een langere levensduur van de banden te verkrijgen.

AWD-uitvoeringen: Toyota beveelt aan om de banden ongeveer elke 5.000 km van plaats te wisselen om een gelijkmatig slijtagepatroon en een langere levensduur van de banden te verkrijgen.

Vergeet bij het wisselen van voor- en achterbanden met een verschillende bandenspanning niet om na het wisselen het bandenspanningswaarschuwingssysteem te initialiseren.

Bandenspanningswaarschuwingssysteem

Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssysteem dat gebruikmaakt van bandenspanningssensoren en -zenders om een lage bandenspanning te signaleren voordat deze tot problemen leidt.

Het bandenspanningswaarschuwingssysteem van deze auto kent 2 verschillende soorten waarschuwingen.

  • Wanneer "Adjust Pressure" (breng banden op spanning) wordt weergegeven (normale waarschuwing)
    Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden en er klinkt een zoemer wanneer de bandenspanning te laag wordt als gevolg van het natuurlijk weglekken van lucht of een veranderde buitentemperatuur.
  • Wanneer "Immediately Check Tyre when Safe" (controleer de band zodra dat veilig kan)wordt weergegeven (noodwaarschuwing)
    Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden en er klinkt een zoemer wanneer de bandenspanning plotseling te laag wordt als gevolg van een klapband.

    Het systeem kan echter mogelijk geen plotselinge klapband e.d. signaleren.

    De door het bandenspanningswaarschuwingssysteem gesignaleerde bandenspanning kan op het multi-informatiedisplay worden weergegeven.

    De eenheid kan worden gewijzigd.

Banden

Wijzigen van de eenheid

1.Parkeer de auto op een veilige plaats en zet het contact UIT.

De eenheid kan niet worden gewijzigd wanneer de auto rijdt.

2.Zet het contact AAN.

3.Selecteer van het multiinformatiedisplay en druk vervolgens op .

4.Druk op of om "Vehicle Settings" (voertuiginstellingen) te selecteren en houd vervolgens ingedrukt.

5.Druk op of om "TPWS setting" (instelling TPWS) te selecteren en druk vervolgens op .

6.Druk op of om "Pressure unit setting" (instelling eenheid bandenspanning) te selecteren.

7.Druk op of om de gewenste eenheid te selecteren en druk vervolgens op .

Periodieke controle van de bandenspanning

Het bandenspanningswaarschuwingssysteem vervangt de periodieke controle van de bandenspanning niet. Controleer daarom ook zelf regelmatig de bandenspanning.

Bandenspanning

  • Nadat het contact AAN is gezet, kan het enkele minuten duren voordat de bandenspanning wordtweergegeven.

    Het kan ook enkele minuten duren voordat de bandenspanning wordt weergegeven nadat de banden op spanning zijn gebracht.

  • De bandenspanning verandert met de temperatuur. Deweergegeven waarden kunnen verschillen van de waarden die met andere bandenspanningmeters worden gemeten.

Situaties waarin het bandenspanningswaarschuwingssysteem mogelijk niet goedwerkt

  • Onder de volgende omstandigheden werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem mogelijk niet goed.
    • Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
    • Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet overeenkomt met de OE-specificaties (Original Equipment).
    • Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet de voorgeschreven maat heeft.
    • Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
    • Er is een run-flat band met ondersteunende ring gemonteerd.
    • Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radiografische signalen nadelig beïnvloedt.
    • Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wielkasten.
    • Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven waarde.
    • Als er banden zonder bandenspanningssensoren en -zenders worden gebruikt.
    • Als de identificatiecode op de bandenspanningssensoren en -zenders niet is geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem- ECU.
  • In de volgende situaties kunnen de prestaties worden beïnvloed.
    • In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radiogolven of elektromagnetische velden aanwezig zijn.
    • Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of een ander draadloos communicatiemiddel bij u draagt.

    Als de bandenpositiegegevens niet juist worden weergegeven als gevolg van slechte ontvangst van de radiogolven, kan de weergaveworden hersteld door verder te rijden en zo de ontvangst van de radiogolven te veranderen.

  • Wanneer de auto geparkeerd is, kan het langer duren voordat de waarschuwing verschijnt of verdwijnt.
  • Wanneer de bandenspanning snel daalt, zoals bij een klapband, dan verschijnt de waarschuwing mogelijk niet.

Waarschuwingen bandenspanningswaarschuwingssysteem

De eventuele waarschuwing van het bandenspanningswaarschuwingssysteem is gebaseerd op de rijomstandigheden.

Daarom laat het systeem mogelijk zelfs een waarschuwing zien wanneer de bandenspanning niet laag genoeg is of wanneer de druk hoger is dan de druk die was ingesteld tijdens het initialiseren van het systeem.

Plaatsen van bandenspanningssensoren en -zenders

Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspanningssensoren en -zenders ook worden geplaatst.

Als er nieuwe bandenspanningssensoren en -zenders geplaatst worden, moeten de identificatiecodes van deze componenten worden geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem- ECU en moet het bandenspanningswaarschuwingssysteem worden geïnitialiseerd. Laat de identificatiecodes van de bandenspanningssensoren en -zenders registreren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Vervangen van banden en velgen

Als de identificatiecode van de bandenspanningssensor en -zender niet is geregistreerd, werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet correct. Na ongeveer 10 minuten rijden gaat het waarschuwingslampje lage bandenspanning gedurende 1 minuut knipperen en het blijft daarna branden om aan te geven dat er een storing in het systeem aanwezig is.

OPMERKING

Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssensoren, -zenders en ventieldopjes

  • Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of bandenspanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
  • Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ventieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspanningssensoren terechtkomen en kunnen ze vast gaan zitten.
  • Vervang ventieldopjes alleen door het voorgeschreven type ventieldopje. De dop kan anders vast gaan zitten.

Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders

Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof,werken de bandenspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer bandenreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang bij het vervangen van de band de bandenspanningssensor en -zender.

    ALS NACHSTES LESEN:

    MEHR ANZEIGEN:

     Baby- of kinderzitje vastgezet met een onderste ISOfix-bevestigingspunt

    Onderste ISOfix-bevestigingspunten (ISOfix-baby- of kinderzitje) Voor de buitenste zitplaatsen achter zijn onderste bevestigingspunten aanwezig. (Merktekens geven aan waar de bevestigingspunten zich in de stoelen bevinden.) Plaatsing met onderste ISOfixbevestigingspunt (ISOfix-baby- of kinderzit

     Kiezen van sneeuwkettingen

    Gebruik de juiste maat sneeuwkettingen. De maat van de sneeuwkettingen is afgestemd op de bandenmaat. Zijketting (diameter 3mm) Zijketting (breedte 10mm) Zijketting (lengte 30mm) Dwarsketting (diameter 4mm) Dwarsketting (breedte 14mm) Dwarsketting: (lengte 25mm) Wetgeving met betrekking t

    © 2022-2025 Copyright nl.tcorollacross.com